We draaien de rollen om
‘Maar als iemand boos is, dan ga ik hem daarin toch niet aanmoedigen?’
Aron is recruiter en had vorige week een lastig gesprek. ‘Een kandidaat afwijzen is nooit leuk’, vertelt Aron, ‘maar als ze zó boos worden, weet ik echt niet hoe ik daarop moet reageren.’
Daar wil hij mee oefenen. Ik mag Arons teleurgestelde kandidaat zijn die volkomen uit zijn slof schiet. We zien Aron in het gesprek hard werken. Hij probeert me te kalmeren met argumenten, probeert onredelijke reacties te weerleggen, hij probeert hulp te bieden met tips voor een volgende vacature.
De kandidaat (ik) word niet rustiger. Integendeel. Ik hoor amper wat Aron zegt. Ik ben te boos en blijf maar razen. De trainer seint ‘tot hier’ en checkt bij Aron hoe het gaat. ‘Ja, pfff, zo gaat dat dus, niks helpt. Hij blijft boos.’ De trainer checkt bij mij of Arons vermoeden klopt. ‘Hielp niks, Emilie?’
Ik vertel: ‘ik was eigenlijk niet zo met Aron bezig, ik was het slechte nieuws nog aan het processen.’
Aron: ‘En toen ik de afwijzing probeerde uit te leggen?’
Ik: ‘Ja, toen vlamde ik eigenlijk weer op. Dat maakte me weer kwaad. Ik vind het gewoon stom.’
De trainer legt uit hoe dat zit. Na slecht nieuws moet eerst ruimte zijn voor de emotie, zodat die kan zakken. Aron krijgt de tip om eerst even ruimte te geven voor die boosheid.
‘Maar als iemand boos is, dan ga ik hem daarin toch niet aanmoedigen?!’
De trainer vraagt of we de rollen even kunnen omdraaien. Aron mag de boze kandidaat zijn. Ik mag het slechte nieuws brengen en moet dan ruimte laten voor de boosheid.
Aron steekt gretig van wal.
Ik knik empathisch mee.
Ik hum ‘Tjonge’ en ‘Jeetje, joh.’
Ik herhaal wat ik hem hoor zeggen. (‘Je had echt gedacht dat je geschikt was voor de baan.’) (‘Je vindt het niet professioneel.’)
De trainer legt het weer stil. Aron mag vertellen wat het effect op hem was. ‘Ja, ik ga wel een beetje naar mezelf kijken…. en op een gegeven moment kon ik ook niet meer boos blijven.’
De trainer: ‘dus?’
Aron: ‘hmm, ja veel meer hoef je dus eigenlijk niet te doen als iemand boos is? Oké! Nou, dat wil ik wel even proberen dan.’
En we draaien de rollen weer om.
