Verleidingen weerstaan
Luuk had een laatst een onbevredigend gesprek met iemand uit zijn team. Hij wil het geen weerstand noemen, maar er is soms te weinig eigen inbreng of initiatief. De andere deelnemers in de training herkennen dit soort gesprekken. Ook zij komen het vaak tegen met hun mensen.
Luuk vindt het goed om het gesprek hier met mij nog eens te voeren om met elkaar te onderzoeken wat er gebeurt. Een beetje spannend, maar hij is ook wel benieuwd. Ik speel de rol van de projectleider die hij aanstuurt en met wie hij het gesprek had. Luuk vertelt mij wat voor persoon dat is en hoe die in het gesprek ongeveer reageerde. We beginnen het gesprek.
Na een hartelijke opening en wat koetjes en kalfjes, vertelt Luuk waarover hij me wilde spreken. Eén van onze nieuwe collega’s moet worden ingewerkt binnen mijn project.
Ik: “Hmm, zijn er geen andere projecten waar we harder mensen nodig hebben?”
Luuk: “Ja, daar kan ze zeker iets betekenen. Maar van jouw project kan ze het meest leren. En ze brengt ook wel wat ervaring mee die mooi aansluit.”
Ik: “Oké, maar hoe zie je dat dan voor je? Ik heb de planning al rond en alles is al goed verdeeld.”
Luuk draagt hierop twee mogelijkheden aan die hij voor deze collega ziet in het project. Ik leun wat achterover en geef bij iedere suggestie mijn bezwaren aan.
De trainer stopt het spel en checkt bij Luuk of dit ongeveer is wat er in zo’n gesprek gebeurt. Dat bevestigt hij. Hij benoemt dat het hem net als toen frustreert. “Wat precies?” wil de trainer weten.
Luuk: “Ja weet ik veel.. gewoon het is zo passief.” En tegen mij: “Emilie, waarom kom je niet zelf met ideeën?”
Ik: “Hmm… Ik was vooral bezig met jouw suggesties.”
Luuk: “Ja, precies, ik deed het weer. Oplossingen bedenken. Ik was het zo niet van plan, maar wat dan?”
Luuk snapt even niet waarom hij zich toch weer heeft laten verleiden. Een van de andere deelnemers merkt op “Omdat zij er ook letterlijk naar vroeg. Ze zei: ‘Hoe zie je dat dan voor je?’”
De trainer stelt voor om het gesprek daar nog eens op te pakken. Belangrijkste advies aan Luuk: laat je niet verleiden! Geen suggesties als erom gevraagd wordt. Geen suggesties als de ander met niks komt. Met al die suggesties ben jij aan het werk, niet die ander. Dus stiltes of doorvragen!
Ik pak het op bij: “In mijn project? Maar hoe zie je dat dan voor je?”
Luuk schuift wat ongemakkelijk op zijn stoel, maar weerstaat de eerste verleiding door een stilte te laten vallen.
Ik vervolg: “Ik heb de planning al rond en alles is al goed verdeeld in het projectteam.”
Luuk weerstaat ook de tweede verleiding! Deze keer met doorvragen: “En welke mogelijkheden zie je voor je nieuwe collega?”
Ik: “Pfoeh.. uhm.. weet ik zo niet.”
Luuk blijft stil.
Dus ik: “…uh.. misschien.. tsja.. misschien kan ze de eerste tijd Irene ondersteunen. Ik moet dat wel even uitzoeken hoor.”
We stoppen het spel. Luuk blaast even stoom af en vertelt hoe groot de verleiding voelt om wel te reageren. “Alsof ik die ander in de steek laat. Maar ik merk dat het werkt als ik het weersta! Er kwam nog niet veel, maar dat komt natuurlijk wel als ik het maar blijf terugleggen!”
Het zijn die communicerende vaten: hoe harder jij werkt, hoe passiever de ander. Op papier lijkt het zo simpel, maar ik nodig iedereen uit om het net als Luuk te oefenen!